De diffusion of innovations, ook wel de innovatietheorie van Rogers genoemd, beschrijft de levenscyclus van een nieuw product of idee. Deze theorie beschrijft vijf verschillende groepen mensen die zich in verschillende fases bevinden. Een product of idee doorloopt alle verschillende groepen en verdwijnt uiteindelijk helemaal, waar hoor jij zelf bij?
De vijf groepen die Rogers onderscheidt in zijn innovatietheorie zijn:
- Innovators
- Early Adapters
- Early Majority
- Late Majority
- Laggards
Een innovatie begint altijd bij de 'innovators', zij beginnen met de innovatie. Mensen die geïnteresseerd zijn en daardoor de innovatie meteen overnemen van de innovators kunnen we onderbrengen in de groep 'early adapters'. Zij zijn de eerste 'grotere' groep mensen die met een innovatie aan de slag gaan. Hierna komt de 'early majority', dit is een groep die niet zonder meer gemotiveerd is om te innoveren. Zij vinden het ook wel prima om alles zo te houden zoals het nu is. Om deze groep te overtuigen van het nut van de innovatie is het nodig om een duidelijk doel te expliciteren, zodat de 'kloof' die er is weggenomen wordt.
De 'late majority' zijn de achterlopers, zij gaan pas aan de slag met een idee of een product als bijna iedereen het al doet. Ze zijn vaak sceptici als het aankomt op vernieuwingen. De laatste groep zijn de 'laggards', deze groep heeft een afkeer van verandering en zien er vaak het nut niet van in en gebruiken deze innovatie pas als het echt niet anders meer kan.
Als al deze stadia doorlopen zijn dan is de innovatie geworteld en is het geen 'innovatie' meer. Gelukkig volgen de innovaties elkaar snel op binnen onze samenleving en vervelen we ons dus nooit.
Vijf voorwaarden voor innovatie die ook van belang zijn volgens Meijer, N. (2015) , zijn de volgende:
· Compatibility: Past de innovatie bij jezelf, de school, de leerlingen van de school.
· Profitability :Levert het wat op? Wordt het onderwijs verrijkt met de innovatie?
· Complexity : Wordt de innovatie door iedereen begrepen?
· Observability: In hoeverre zijn de gevolgen van de innovatie zichtbaar voor anderen?
· Trialability: De mate waarin met de innovatie gedurende korte tijd mag worden
geëxperimenteerd.
Door deze voorwaarden kun je zien of een innovatie succesvol is, of dat deze zo weer overwaait. Hebben we er echt wat aan over gehouden?
Bij welke groep uit de innovatie theorie van Rogers zou jij jezelf scharen? Hou jezelf eens een spiegel voor!
Mijn bevindingen en mijn visie over deze theorie binnen mijn stageschool en in het algemeen is terug te vinden als je even hier klikt.
Bronnen:
- Encyclo (2015). Retrieved from: http://www.encyclo.nl/begrip/Innovatietheorie%20van%20Rogers
- Zuiderman (2015). Kennisclips Xplained. Retrieved from: https://youtu.be/mH-mSVPGUgQ
- Meijer, N. (2015) Innoveren: Inzicht in vernieuwingsprocessen
De vijf groepen die Rogers onderscheidt in zijn innovatietheorie zijn:
- Innovators
- Early Adapters
- Early Majority
- Late Majority
- Laggards
Een innovatie begint altijd bij de 'innovators', zij beginnen met de innovatie. Mensen die geïnteresseerd zijn en daardoor de innovatie meteen overnemen van de innovators kunnen we onderbrengen in de groep 'early adapters'. Zij zijn de eerste 'grotere' groep mensen die met een innovatie aan de slag gaan. Hierna komt de 'early majority', dit is een groep die niet zonder meer gemotiveerd is om te innoveren. Zij vinden het ook wel prima om alles zo te houden zoals het nu is. Om deze groep te overtuigen van het nut van de innovatie is het nodig om een duidelijk doel te expliciteren, zodat de 'kloof' die er is weggenomen wordt.
De 'late majority' zijn de achterlopers, zij gaan pas aan de slag met een idee of een product als bijna iedereen het al doet. Ze zijn vaak sceptici als het aankomt op vernieuwingen. De laatste groep zijn de 'laggards', deze groep heeft een afkeer van verandering en zien er vaak het nut niet van in en gebruiken deze innovatie pas als het echt niet anders meer kan.
Als al deze stadia doorlopen zijn dan is de innovatie geworteld en is het geen 'innovatie' meer. Gelukkig volgen de innovaties elkaar snel op binnen onze samenleving en vervelen we ons dus nooit.
Vijf voorwaarden voor innovatie die ook van belang zijn volgens Meijer, N. (2015) , zijn de volgende:
· Compatibility: Past de innovatie bij jezelf, de school, de leerlingen van de school.
· Profitability :Levert het wat op? Wordt het onderwijs verrijkt met de innovatie?
· Complexity : Wordt de innovatie door iedereen begrepen?
· Observability: In hoeverre zijn de gevolgen van de innovatie zichtbaar voor anderen?
· Trialability: De mate waarin met de innovatie gedurende korte tijd mag worden
geëxperimenteerd.
Door deze voorwaarden kun je zien of een innovatie succesvol is, of dat deze zo weer overwaait. Hebben we er echt wat aan over gehouden?
Bij welke groep uit de innovatie theorie van Rogers zou jij jezelf scharen? Hou jezelf eens een spiegel voor!
Mijn bevindingen en mijn visie over deze theorie binnen mijn stageschool en in het algemeen is terug te vinden als je even hier klikt.
Bronnen:
- Encyclo (2015). Retrieved from: http://www.encyclo.nl/begrip/Innovatietheorie%20van%20Rogers
- Zuiderman (2015). Kennisclips Xplained. Retrieved from: https://youtu.be/mH-mSVPGUgQ
- Meijer, N. (2015) Innoveren: Inzicht in vernieuwingsprocessen